Volgens AJ Boekesteijn "stond Koenders vooraan toen de ego's werden uitgedeeld". Misschien, maar hij was een van de weinigen die een goede indruk maakten tijdens het tenenkrommende debat dat vandaag gevoerd werd over de aanpak van het kabinet van de kwestie Uruzgan. Het gaat weer eens om randverschijnselen (Bos' uitspraken, een machteloze oppositie die wel bloed ruikt maar geen wond ziet) en niet over de echte vragen. Wat gebeurt er als we weggaan? Hoe goed valt ons werk over te dragen? Wat vinden we van de NAVO? Gaan we ergens anders aan de slag? Hoe kunnen we eigenlijk beslissen dat we over 24 maanden stoppen, zonder dat we op dat moment goed nadenken over mogelijke scenario's?
Wat resteert is een bijna triest gevoel van verlies, van machteloosheid. Een schreeuwende Rita Verdonk, een clowneske Wilders, een ondermaats functionerende kamervoorzitter, een scheffende Kant, een weer vreselijk formalistische Balkenende, wat een schouwspel.
Het wordt steeds duidelijker dat de parlementaire democratie van binnenuit uitgehold wordt, ook onder druk van de media. Lees nogmaals Opklaringen van Marc Chavannes van afgelopen weekend: http://weblogs.nrc.nl/opklaringen/2010/02/13/wie-houdt-wie-bezig-met-uruzgan-en-irak-drukte/